Slimmer prikken met data
De verdeling van de schaarse hoeveelheid coronavaccins is één van de vele vraagstukken waar de regering zich mee bezig hield. In de eerste helft van 2021 waren er 20 verschillende groepen die op verschillende momenten een vaccin kregen. De huisartsen waren verantwoordelijk voor het vaccineren van o.a. de leeftijdsgroep 60-64 jaar en de mensen met een medische indicatie. Ouderen werden van oud naar jong gevaccineerd, maar een groep onderzoekers onder leiding van prof. Ron Herings hebben een ander voorstel. In een nieuw preprint artikel presenteren ze een model waarmee ze de kans op fataliteit per persoon proberen te voorspellen. Het onderzoek is gebaseerd op data van patiënten met Covid-19 die door huisartsen is doorgegeven aan de NL-COVID database.
De onderzoekers gebruikten uiteindelijk de volgende variabelen om hun voorspelling te maken: leeftijd, geslacht, Covid-19 voor of na juli 2020, positieve test, laag inkomen op postcode en co-morbiditeit op basis van gegevens van het RIVM. Door de waardes die met iedere variabel verbonden zijn bij elkaar op te tellen krijg je een score, die vervolgens ingevuld kan worden in de onderstaande functie op de x-as. Daaruit komt dan een waarde tussen 0 en 1, die de kans op heftige complicaties als gevolg van een Covid-besmetting aangeeft.
De onderzoekers geven als rekenvoorbeeld dat een man van 60 die in een arme wijk woont met 3 comorbiditeiten, een even hoge kans heeft op zware complicaties als een vrouw van 73 zonder comorbiditeiten die in een rijke wijk woont. Ze hebben allebei een kans van 4% op zware complicaties. Op basis van het model raadt prof. Herings aan dat huisartsen hun hele patiëntenbestand analyseren en dan de vaccins verdelen over de patiënten die de hoogste kans op complicaties hebben. Hierdoor neemt het aantal ziekenhuisopnames namelijk het snelst af.
Het idee is op zichzelf goed: waarom zou je niet de meeste kwetsbare mensen als eerst willen vaccineren? Er zijn echter wel een aantal privacy problemen die eerst opgelost moeten worden. Ten eerste is er voor dit plan toegang nodig tot gezondheidsgegevens en dat zijn bijzondere persoonsgegevens (art. 9 AVG). Om bijzondere persoonsgegevens te mogen verwerken moet je je kunnen beroepen op een van de 10 uitzonderingsgronden die genoemd worden in artikel 9. Er zijn dan eigenlijk maar twee praktische opties: Expliciete toestemming (uitzondering a) of geneeskundige noodzakelijkheid (uitzondering h). Als men één van de twee uitzonderingsgronden heeft gekozen lopen we tegen het tweede probleem aan. Op basis van de uitkomsten van het model gaan vaccins verdeeld worden, die zeker voor ouderen het verschil kunnen maken tussen leven en dood. Hierdoor komt deze beslissing in het terrein van de geautomatiseerde beslissingen terecht (art. 22 AVG). Een persoon mag alleen onderworpen worden aan geautomatiseerde beslissingen als dit nodig is voor een contractuele relatie, het type beslissing is geautoriseerd door de overheid of als er expliciete toestemming is gegeven. Als er gebruik wordt gemaakt van expliciete toestemming, dan heeft iedereen die aan de beslissing wordt onderworpen het recht op een menselijke ingreep waarbij de beslissing aangevochten kan worden. De huisarts zal dan de beslissing van het model moeten bekijken en vervolgens zelf een beslissing moeten nemen.
Om dit plan praktisch haalbaar te maken is er dus autorisatie door de overheid nodig waarbij er rekening is gehouden met de rechten, vrijheden en gerechtvaardigde belangen van de patiënten. Als hieraan is voldaan kunnen huisartsen op basis van art. 22 lid 2 sub b en art. 22 lid 4 AVG met een gerust hart al hun patiënten beoordelen op het risico op zware complicaties.